-
1 met stomheid geslagen
гл.общ. поражённый, очень удивленный -
2 met stomheid geslagen zijn
met stomheid geslagen zijn -
3 met stomheid geslagen zijn
met stomheid geslagen zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met stomheid geslagen zijn
-
4 stomheid
2 [stomme streek; het stom zijn] stupidity♦voorbeelden:met stomheid geslagen zijn • be dumbfounded -
5 stomheid
♦voorbeelden: -
6 knock
n. klop; slag; aanmerking (spreektaal)--------v. kloppen; slaan; stoten; een aanmerking maken (spreektaal); doen verbazen (spreektaal)knock1[ nok] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————knock2♦voorbeelden:knock into someone • iemand tegen het lijf lopen♦voorbeelden:1 knock at/on a door • op een deur kloppen/tikken→ knock about knock about/, knock around knock around/, knock forward knock forward/, knock off knock off/, knock on knock on/, knock together knock together/, knock up knock up/1 (hard) slaan ⇒ meppen, stoten (tegen)♦voorbeelden:1 knock a hole/nail in • een gat/spijker slaan inbe knocked off one's horse • van zijn paard geworpen worden2 don't knock something (till you've tried it) • geef er niet op af (voordat je het geprobeerd hebt)the news knocked him for six • hij was met stomheid geslagen door het nieuws→ knock back knock back/, knock down knock down/, knock off knock off/, knock out knock out/, knock over knock over/, knock together knock together/ -
7 strike
n. staking; aanval; uitvinding; geluk--------v. slaan; aansteken; toeslaan; toeschijnen; schijnen; opkomen bij; treffen; staken; doorhalen; waarmakenstrike1[ strajk] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 staking♦voorbeelden:————————strike21 slaan ⇒ slaan in/met/op/tegen; uithalen; treffen, raken; aanvallen, toeslaan; aanslaan 〈 snaar, noot〉; aan de haak slaan, vangen; munten, geld slaan; aansteken 〈 lucifer〉; botsen (met/op), stoten (op/tegen)3 wortel (doen) schieten ⇒ stekken; (zich) vasthechten (in)4 aanvoelen ⇒ aandoen, lijken5 (op pad/weg) gaan ⇒ beginnen (met)♦voorbeelden:the clock strikes • de klok slaatstruck dumb • met stomheid geslagenthey were struck silent • ze stonden als verstomdstrike through • doorstrepen, schrappenstrike (up)on • treffen, slaan op; stoten op, ontdekken; krijgen, komen op 〈 idee〉strike at • uithalen naar, een slag toedienen 〈 ook figuurlijk〉struck by lightning • door de bliksem getroffenstrike someone off the list • iemand royerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bereiken ⇒ sluiten, halen4 uitkomen op ⇒ tegenkomen, stuiten op5 ontdekken ⇒ vinden, stoten op6 een indruk maken op ⇒ opvallen, lijken♦voorbeelden:strike a bargain with • het op een akkoordje gooien metdid it ever strike you that • heb je er wel eens aan gedacht dat¶ strike terror into someone's heart • iemand met schrik vervullen/de schrik op het lijf jagen -
8 stunned
adj. verbaasd, geschokt; ontzet; totaal verbaasd; vervuld van emotioneel effect van hevige verbazing of shock; met stomheid geslagen; bewusteloos geslagen door een harde slag -
9 поражённый, очень удивленный
adjgener. met stomheid geslagenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > поражённый, очень удивленный
-
10 be stunned into speechlessness
be stunned into speechlessness -
11 dumb
adj. stom (spreekt niet), zwijgt; dom--------n. stom (niet kunnen/willen spreken); zwijgzamen--------v. doen verstommem; iemand sprakeloos maken1 stom ⇒ niet kunnen/willen spreken, zwijgzaam2 dom ⇒ stom, suf♦voorbeelden:1 to be struck dumb • met stomheid geslagen zijn, sprakeloos zijnthe dumb • de stommen -
12 struck dumb
-
13 stun
n. bewusteloos slaan; schokken, verwarren--------v. verbazen; ontzetten, schokken2 schokken ⇒ verwarren, verdoven3 versteld doen staan ⇒ verbluft doen staan, verbazen♦voorbeelden: -
14 the news knocked him for six
-
15 the news knocked him sideways
-
16 to be struck dumb
met stomheid geslagen zijn, sprakeloos zijn -
17 wonder stricken
adj. door verwondering of verrassing overwelmd geraakt; buitengewoon bewogen, stomverwonderd, met stomheid geslagen -
18 stupeur
-
19 frappé de stupeur
frappé de stupeur -
20 поражённый, очень удивленный
adjgener. met stomheid geslagen
- 1
- 2